Ik ben gek op kraampjes met bloemen, groenten en fruit langs de weg en al helemaal als zo'n stalletje dan ook nog op bekend terrein staat: zoals bij de boerderij waar mijn neef André woont. Er waren walnoten te koop: je mocht een grote zak meenemen voor 2,50 euro, geen geld. Ik kwam erlangs op weg naar mijn moeder, twee huizen verderop.
Die walnotenboom ken ik dus maar al te goed: hij staat vlak bij de Ringsloot waar we vroeger met de hele buurt op schaatsten en waar we zomers nog wel eens in vielen, als we bijvoorbeeld probeerden wie het verst over de beschoeiing durfde te lopen. Nu doen mijn kleine achterneefje en nichtje dat waarschijnlijk. Ze zijn in elk geval ondernemend, want zij hadden de notenhandel opgezet op dat tafeltje,
waar vrolijk de vlag bij wapperde. Ik deponeerde het geld in het emmertje, met een briefje erbij dat ze het resultaat wel zouden zien op mijn site,
want ik weet dat Andrés vrouw Ramona af en toe meeleest. Ik had al een idee: op mijn werk had ik een tijdje geleden een lekkere wortel-notenmuffin gegeten. Die stond nog op het lijstje om een keer na te maken. Het meeste werk bij deze cakejes zit in de voorbereiding, zeker als je de noten met de hand kraakt. Hoe doen ze dat eigenlijk bij de groothandel, die bakjes met allemaal mooie halve walnoten aan de supermarkt levert? Ik krijg het nooit voor elkaar met mijn notenkraker: de dop gaat in stukken en daarmee de noot in negen van de tien gevallen ook. Nu geeft dat niks, want de noten moeten toch in stukjes worden gehakt. Het is natuurlijk wel leuk als je een paar hele kunt overhouden, voor de garnering.
De wortel dacht ik met de hand wel even te raspen, maar dat schoot niet op, waarna ik de rasp in een hoek smeet en toch de keukenmachine maar in elkaar zette. Die maakte in enkele seconden korte metten met de twee grote winterpenen, in ruil voor een berg afwas-, afdroog- en opruimwerk.Genoeg gezeurd: als eenmaal alles klaarstaat, is het verder een fluitje van een cent en voor je het weet staan de cakejes te dampen op het aanrecht. Nu wilde het toeval dat ik ook die dag even bij mijn moeder langs ging, dus bracht ik ook vier muffins langs bij de notenleveranciers. Een foto op internet is leuk, maar zelf proeven is natuurlijk beter. Ik had ze al in een plastic tasje gedaan om ze lekker dorps aan de deur te hangen, maar Ramona deed zelf open. Ze nam de muffins met plezier in ontvangst en gaf me weer een nieuwe zak walnoten mee. Wordt vervolgd dus!
Voor 12 grote muffins (of 16 iets kleinere)
400 g winterpeen, geschild en geraspt
350 g lichtbruine basterdsuiker
4 eieren
75 gr. gepelde walnoten, grof gehakt
1 theelepel kaneel
175 ml olijfolie
300 gr bloem
2 volle theelepels bakpoeder
zout
papieren muffinvormpjes en een muffinbakblik
(heb je geen bakblik, zet dan per muffin twee vormpjes in elkaar)
Vervarm de oven voor op 180 graden en zet de muffinvormpjes in het bakblik.
Meng de suiker, eieren, het merendeel van de walnoten, de kaneel en de olijfolie en een snuf zout in een grote kom. Als je de wortel hebt geraspt in de keukenmachine, kun je daar natuurlijk de andere ingrediënten bij doen.
Stap 3
Meng in een andere kom bloem en bakpoeder en voeg dit in delen toe. Roer of mix niet te lang, gewoon tot alles glad en gemengd is.
Verdeel gelijkmatig over de vormpjes. Verkruimel de de achtergehouden noten erover (of leg er een halve op, als je die hebt) en zet ze 20 tot 25 minuten in de oven, tot ze goed gerezen, goudbruin en gaar zijn. Controleer door erin te prikken met een satéprikker. Als deze er schoon uitkomt, zijn ze gaar. Laat ze 10 minuten afkoelen in de vorm en laat ze daarna verder afkoelen op een rooster.
Bron recept: Jamie Oliver in Allerhande