Zelf dille kweken zou heel makkelijk zijn, las ik ergens. Ik nam de proef op de som, met een kweekbakje in het keukenraam. En ja hoor, al snel verschenen de eerste groene sprietjes. Het gewas is echter even
ongrijpbaar als kwetsbaar: maar heel eventjes staan de groene tere steeltjes er in volle glorie bij, daarna worden ze topzwaar en gaan ze met zijn allen moedeloos over de rand van hun kweekbakje hangen. Meteen maar in een of ander gerecht verwerken dus. Toevallig had ik ook nog een halve fles witte wijn staan, over van een feestje. J. en ik zijn
beiden meer liefhebbers van rode wijn, dus het kwam mij goed uit om die ook maar eens op te maken. Al googelend kwam ik uit bij dit vispotje met kabeljauwfilet, witte wijn en dille, een lekkere combinatie. Wat nog overbleef in de fles, hebben we er toen toch ook maar bij opgedronken, want weggooien is zonde. En vis moet zwemmen!
400 gram kabeljauwfilet (of andere witvis)
250 gram worteltjes in stukjes van 2 centimeter
300 gram krieltjes (voorgekookt)
25 gram boter
1 eetlepel olie
1 ui, grof gesnipperd
150 gram doperwten (diepvries)
1 eetlepel mosterd
1 deciliter witte wijn
zout en (vers)gemalen peper
citroensap
125 milliliter slagroom
2 eetlepels fijngesneden dille
1 citroen, in partjes
Snijd de kabeljauw in stukken van ca 3 cm, kook de worteltjes in ca 10 minuten beetgaar, giet ze af en laat ze uitlekken.
Stap 2
Verhit de boter in de wok, laat hem uitbruisen en voeg dan de olie toe. Roerbak de ui ca 2 minuten, voeg de vis toe en roerbak deze voorzichtig ca 5 minuten (probeer de blokjes heel te houden).
Stap 3
Meng de krieltjes, de worteltjes, de erwtjes, mosterd en wijn er voorzichtig door en breng alles op smaak met zout en peper en wat citroensap. Laat het geheel 4 minuten pruttelen, voeg na 2 minuten, de room en de dille toe.
Garneer het kabeljauwpotje met schijfjes citroen en serveer direct, bijvoorbeeld met een salade.
Bron recept: Mijnreceptenboek.nl, geplaatst door Betty van Dijk