Er is ineens overal parkeerplek in de straat en in de supermarkt struikel je over de moeders met zwartomrande ogen met één of meerdere jengelende kinderen in hun kielzog: het is voorjaarsvakantie. Ik wist het echt wel hoor, ergens, maar toch werd ik er toch weer door overvallen, toen ik afgelopen weekend aan mijn dochter vroeg of ze niet eens aan haar huiswerk moest. ,,Ik heb toch vakantie!’’
Voor vermaak hoef ik inmiddels niet meer te zorgen in zo’n week: de agenda van mijn 16-jarige barst al uit zijn voegen van de afspraken. Maar iets lekkers eten, of beter nog, samen
in de keuken een feestelijk maal bereiden, hoort er nog steeds een beetje bij. Pannenkoeken bakken? Of zelf pizza maken? Mijn dochter heeft geen voorkeur en dus ga ik voor de tweede optie, want dan kunnen we onze blitse nieuwe keukenmachine weer eens gebruiken. Al vele malen heb ik het met de hand gedaan, maar nu laten we vrolijk de machine draaien, terwijl we alvast de saus maken. Vervolgens gaat de deegkom een halfuurtje, afgedekt met plastic, in het hokje van de cv-ketel en de wasmachine, waar het altijd lekker warm is. En dan heb je het wow-effect van de deegbol, die in volume verdubbeld is. Nog een voordeel van zelf deeg maken: je kunt er eventueel iets extra’s aan toevoegen. In dit geval had ik er een handje rozemarijn door gedaan, een geurig kruid dat goed combineert met de tonijn en de
mozzarella. Het beleggen van de pizza is vervolgens een gezellig karweitje voor twee of meer personen; in het laatste geval maak je een productiestraatje, zoals mijn zus het tijdens de laatste kerst nog noemde toen we in rap tempo voor dertien personen warme apfelstrudel met een bolletje ijs en poedersuiker produceerden. Op dezelfde manier kun je de taken verdelen bij de pizza: een saus-bestrijker, een mozzarella-legger, een tonijn-verdeler, een uiensprenkelaar, een olijvengooier en een geraspte-kaasstrooier. Misschien ook een idee voor die oververmoeide jonge moeders uit de supermarkt, om de kinderen weer even bezig te houden. Hoewel ik me van hen ook heel goed kan voorstellen dat ze
een diepvriespizza in hun karretje gooien. Met een fles wijn erbij, voor mamma.
Voor 4 pizza's
voor het deeg:
600 gram bloem
2 zakjes gedroogde gist
1 theelepel zout
1 theelepel suiker
350 ml handwarm water
6 eetlepels olijfolie
evt. paar takjes rozemarijn
Voor de saus:
450 ml gezeefde tomaten
1 kleine ui
zout, peper
chilivlokken
Worcestersauce
1 el Italiaanse kruiden
Voor de topping:
4 blikjes tonijn
400 g mozzarella
2 rode uien
1 blikje zwarte olijven
100 gr. geraspte kaas .
Vermeng de bloem met de gist, zout en suiker. Voeg dan de olie en het handwarme water toe en kneed tot een glad deeg, met de hand of met de keukenmachine. Laat afgedekt 30 minuten rijzen op een warme plek. Verwarm dan de oven voor tot 220 graden.
Maak de saus: fruit ui en knoflook in de olie en voeg vervolgens de gezeefde tomaten, chilivlokken, kruiden, zout en peper toe en evt. een scheutje Worcestersauce. Laat even pruttelen, terwijl je de mozzarella in plakjes snijdt en de rode ui in ringen. Laat de tonijn alvast uitlekken in een vergiet.
Verdeel het deeg in vier gelijke stukken en rol het uit tot vier dunne ronde lappen van ongeveer 25 à 30 cm doorsnee. Leg ze op bakpapier op de bakplaat en bestrijk ze met de saus. (Waarschijnlijk houd je saus over; giet deze in een diepvriesbakje, voor de volgende keer.) Laat de randen vrij.
Beleg ze vervolgens met de mozzarella, tonijn, ui en olijven en strooi er wat geraspte kaas overheen. Eventueel kun je de randen nog met wat olijfolie bestrijken. Bak de pizza’s onder in de oven in 12 tot 15 minuten gaar.