Tijdens ons bezoek aan Parijs met de kinderen, nu 2,5 jaar geleden, sloegen we een bezoek aan de Notre Dame over vanwege de warmte. Eind vorig jaar waren J. en ik opnieuw in Parijs, nu met zijn tweetjes. Deze keer, in de dagen tussen kerst en oud en nieuw, was het juist venijnig koud: een snijdende wind joeg nu over hetzelfde plein, waar alweer een rij kronkelde om de paaltjes met afzetlint. Maar nu zat er duidelijk beweging in de mensenstroom en we waren gekleed op de kou, dus vooruit, aansluiten maar. De geur van gepofte kastanjes van stalletjes rond het plein prikkelde aangenaam in onze neus. Voor we het wisten schuifelden we achter de meute aan de kerk in, waar
zojuist een mis bezig was. Toch een beetje vreemd om als een toerist toe te kijken hoe Parijzenaars devoot geknield naar de woorden van de priester luisteren. We kochten ons schuldgevoel af voor 8 euro, waarmee we toegang kregen tot de Trésor, de schatkamer waar al het goud wat er blinkt wordt uitgestald, alsmede mottige kazuivels van kerkvorsten en in ivoor uitgesneden portretten van alle pausen tot nu toe.
Ik snoof behaaglijk de nestgeur van het rijke Roomse leven op, terwijl J. - gereformeerd van huis uit - lekker liep te foeteren over alle geldverspilling aan alle pracht en praal in dit soort kerken. Allebei waren we dus, op onze eigen manier, weer lekker opgewarmd en klaar om de kou te trotseren Hoewel, we hadden inmiddels wel trek gekregen. We liepen richting de Seine en vonden aan de kade een
lunchroom waar het warm en gezellig was, aan de beslagen ramen te zien. Het was een piepklein etablissement, waargewoekerd werd met de ruimte. De vele spiegels deden het zaakje optisch grote rlijken, net als de kleine bistrostoeltjes en -tafeltjes waar we ons on-Fransepostuur tussen wurmden. De trap in de hoek gaf niet alleen toegang tot detoiletten, maar ook tot de keuken, waardoor ik mij tweemaal smal moest maken omeen serveerster met haar handen vol borden te laten passeren. De toog was niet veel groter dan de preekstoelen in de kerk die we net hadden verlaten. Hieropprijkten ook glazen stolpen, zij het niet met gouden monstransen enreliekhouders eronder, maar met taarten, zoet en hartig. Wij kozen voor eenstukje zalmquiche met spinazie als een elegante, maar toch warme en hartige lunch.
5 à 6 plakjes bladerdeeg
2 el olijfolie
1 ui, gesnipperd
450 gr spinazie
ong. 200 gr zalmfilet, diepvries,
ontdooid en in blokjes gesneden
200 gr gerookte zalm, in stukjes
4 eieren
250 gr Griekse yoghurt
100 gr gemalen jonge kaas
Verwarm de oven voor tot 200 graden. Vet een springvorm of andere vorm in. Bekleed de vorm met de plakjes bladerdeeg en prik gaatjes in de bodem en ook in de rand.
Bak de bodem eerst ongeveer 10 minuten blind voor in de oven, door er een bakpapiertje in te leggen met daarin bakbonen of gedroogde erwten of bonen. Haal bakpapier en bonen eruit en zet de bodem nog een paar minuten in de oven om te drogen.
Verhit de olie in een koekenpan en fruit de ui even kort aan. Voeg in delen de spinazie toe en laat deze slinken.
Roer in een kom de eieren los met de Griekse yoghurt. Meng de kaas, peper en zout erdoor.
Verdeel het spinaziemengsel over de bodem, leg daar de blokjes zalmfilet en gerookte zalm op en schenk vervolgens het eimengsel eroverheen. Bak de quiche in ongeveer 35 minuten goudbruin en gaar.