Ineens had ik een hele voorraad pompoenen in huis in alle soorten en maten en kleuren. Ik kon mijn geluk niet op. De kleine ronde oranje pompoen kende ik al: de hokkaido. Die is prima geschikt om te eindigen op een bakplaat in de oven, wat dan ook geschiedde. Hij verdween in de pasta, met rucola en sinaasappeldressing (zie recept bij pastagerechten). Er was ook een reuzenexemplaar bij van dezelfde kleur met de zeer toepasselijke naam cinderella. Had ik
een toverstafje gehad, dan reed ik nu in een koets rond. Maar ik moet het doen met een groot scherp keukenmes en een staafmixer en dus werd het een enorme pan soep. We aten erthuis van, ik nam het mee naar mijn werk (ook voor een collega) en gaf een paar bakjes in bevroren vorm mee aan mijn dochter voor haar hele studentenhuis.
De donkergroene en lichtgroene variant zouden lekker zijn voor zoete gerechten. Pompoenchutney heb ik al eens eerder gemaakt, dat staat ook nog op het programma, maar eerst probeerde ik iets nieuws: echte pumpkin pie. De donkergroene, een buttercup, bleek daar zeer geschikt voor: deze heeft een zoete,
nootachtige smaak. En hij stamt ook nog eens uit de USA, het homeland van de pumpkin pie. Al googelend leerde ik dat Amerikanen bijna altijd naar pompoen uit blik grijpen voor deze Thanksgiving-lekkernij. Maar ze bevinden zich in goed gezelschap: ook Nigella Lawson zou niet weten waarom ze geen pompoenpuree zou gebruiken. Zij maakt haar taart overigens op smaak met 750 gram roomkaas, op 400 gram pompoen. Ik zocht dus nog even door. Uiteindelijk shopte ik wat bij Jamie Oliver en op nog wat andere sites om tot het onderstaande recept te komen. De specerijen in het recept geven een lekkere herfstige smaak aan de taart. Maar oordeel vooral zelf!
voor het deeg:
250 gram bloem, plus wat extra om te bestuiven
50 gram poedersuiker
125 ongezouten, koude boter,
in blokjes
1 groot ei
snufje zout
evt een scheutje melk
olijfolie, om de vorm mee in te vetten
voor de vulling:
500 gram pompoen, geschild, zonder zaadjes en in blokjes van ong 2 centimeter
250 ml ongeklopte slagroom
150 gram lichtbruine basterdsuiker
3 eieren, geklutst
1 theelepel kaneel
1 theelepel gemberpoeder
1 theelepel kardemom
Doe de bloem en de poedersuiker in een grote mengkom. Je kunt een keukenmachine gebruiken om de boter erdoorheen te werken, of dit met je handen doen. Ga door tot je een grof kruimeldeeg hebt. Doe dan het ei en evt een scheutje melk erbij en kneed het deeg tot een gladde bal. Kneed niet langer door dan nodig.
Vet de springvorm in met olie. Stuif wat bloem op een schoon werkvlak en rol het deeg uit tot ongeveer een halve centimeter dik. Wikkel het deeg om de deegroller en rol het boven de vorm af. Druk het deeg goed in de rand en werk evt. de randen bij en repareer scheurtjes. Prik met een vork gaatjes in het deeg, dek de vorm af met plasticfolie en zet deze 30 minuten in de koelkast.
Zet intussen de pompoen op met wat water en laat deze in ongeveer 15 minuten gaar en zacht worden. Giet goed af. Voeg de slagroom toe en pureer de inhoud van de pan met de staafmixer. Voeg de lichtbruine suiker en de kruiden toe en roer nog even goed door. Laat de vulling afkoelen.
Verwarm de oven voor op 180 graden. Bak de bodem eerst blind: leg er een stuk bakpapier in en vul dit met gedroogde bonen, erwten of rijst, of van die speciale bakknikkers, als je die bezit. Zet 10 minuten in de oven en haal de vorm er dan uit. Verwijder de blinde vulling: laat gedroogde peulvruchten afkoelen op een platte schaal, zodat je ze kunt hergebruiken. Zet de vorm nog 10 minuten terug in de oven, tot deze stevig en koekachtig is.
Haal de bodem uit de oven en verlaag de oventemperatuur tot 160 graden. Laat de bodem even 10 minuten afkoelen.
Kluts de eieren, voeg ze bij het pompoenmengel en roer alles nog een keer goed door. Giet de vulling in de bodem en zet die nog ongeveer 30 minuten in de oven tot het oppervlak gestold is, maar de vulling van binnen nog een beetje lobbig. Laat de taart afkoelen en serveer met een lepel crème fraîche.